Ik had zo’n hekel aan jou!
Waarom?
Ach kan je dat nou zelf niet bedenken?
Ik was verliefd, op hem.
Ja, jou beste vriend.
En jij, wat deed jij?
Jij hield je mond niet.
Lachte me uit
Hing om zijn nek.
Jij
Ja, jij was het die mij gek maakte.
Liet me duidelijk merken;
‘Hij is van mij’
Ik had zo’n hekel aan jou.
Had?
Nee, ik heb!, nog steeds.
Ik dacht het moet over zijn.
Ik ben over hem heen,
Dus jij,
Zou geen probleem meer moeten zijn.
Maar toch;
Ik zag je, hoorde je,
En ik flipte
(Bijna)
gelukkig was zei er.
Mijn reddende engel
Mijn beste vriendin
Als zei er niet was geweest
Was ik ingestort.
En laf weggelopen.
Zo’n hekel heb ik aan jou.
Ik zag hem, ik zag jou,
Samen.
En dat deed zo’n pijn.
Ik wilde hem.
Heel lang naar hem
Gesmacht
Op hem gewacht.
Ik heb een hekel aan je!
Want telkens was jij het,
Die met je ogen zei;
Je krijgt hem niet, hij is van mij.
De tranen waren alleen nog niet gekomen.
Nooit om jou,
En nooit om hem.
Tot vandaag de dag.
De dag dat ik aan jou
nog steeds een hekel hebben mag.
Ik huilde;
Oprecht,maar kort
Zacht, met veel tranen
Ik huilde;
Om hem, voor het eerst.
Niet om jou, dat nooit.
Ik denk dat vandaag de dag is
Dat ik achter het gene ben gekomen
Wat ik eigenlijk al die tijd nog wist:
Ik ben nog niet over jou heen.