Niet gezien,
Wie ziet mijn overwinningen?
Wie ziet mijn verdriet?
Jij niet,
Jij kijkt naar de mens die juist niet wint,
Jij kijkt naar de mens die nog verdrietiger zal zijn dan ik.
Ik kan doen wat ik wil,
Maar gezien word ik niet.
Worstelen met mijn onzekerheid,
Dat laat jou blijkbaar koud,
Wat moet jij nou onzeker zijn?
Je weet toch dat iedereen van je houdt?
Hoe kan ik nou geloven dat onvoorwaardelijkheid bestaat,
Niets is voor eeuwig,
Houden van, verandert zo in haat,
Een middenweg dat is er niet,
Zo mag ik verder worstelen,
Liefde, haat en verdriet.