’s Mensen nietigheid
Nog staat de boom voor ‘t oude huis
lang nadat koude wind zich draait
het leven daar ook weer een lente kent
en bloemen bloeien aan de voet van stam
vóór dat de herfst het toch weer maait
Hij krijgt zijn knoppen teer en zacht
zelfs na het staan van lange jaren
stroomt telkens weer het nieuwe sap
en strekken blaadjes hemelwaarts
in kruin waar wind komt tot bedaren
Heel breed laat hij zijn twijgen reiken
en na het rusten in de lange wintertijd
straalt hij weldra in fris jong groen
waarin de eerste vogels nestelen
met hun gekwetter lijkt ’t wel strijd
Hoe wordt zijn schaduw zo geliefd
in zomer dat de zon heet brandt
of wanneer milde regendruppels
het stof verjagen van het land
dat door hem welwillend bekeken
Als jij hem voor dat huis ooit vindt
in tijden dat wij ergeten zullen zijn
bedenk dan ’s mensen nietigheid
als reeds gestorven wat was net nog klein
Eigendunk die maakt zo blind.
**********
sunset 20-11-2006
**********