Noblesse oblige

                  Het is nacht en zij die drinken zijn nog daar

                  tapkasten vol vaste gasten en een vreemdeling
                  de wijn die stroomt naast 't pittige van sterke drank
                  en dat is enkel nog maar het begin

                  De vrouwen dansen op de bar
                  hun voeten roffelen en verleidelijk opgetrokken               

                  verscholen achter muziek en rivieren van rook

                  gaan mannen als muizen onder de rokken

                  Zie, de vreemdeling ziet hoofdschuddend zijn glas

                  bier en oude verlangens schuimen twee vingers hoog
                  de French Cancan zweept ’t bloed en ’t leek hem pas
                  geleden dat zijn liefde dood en lenden droog

                  In vastigheid van been - noblesse oblige
                  trekt hij zijn strooien hoed in volle overtuiging
                  gunt de genoeglijken nog 'n laatste gulle groet

                  en neemt zijn dame in een heel gracieuze buiging.
                  **********
                  20-11-2006
                  Duo gedicht van Kuijlemans F. en sunset
                  **********