de rillingen die ik toonde,
waren niets in de vergelijking met de angst die door me heen liep.
ik hoorde geruis en geduw en net of iemand mijn naam riep!
de donkere kamer die af en toe een beetje verlicht werd,
door een hevig bliksemschicht.
mijn handen die zweten en mijn ogen op de deur gericht.
de deur piepte,het was zo raar,
ik kon mijn ogen er toch niet vanaf houden,
er stond een grote schaduw,ik wou er niet naar kijken maar mijn handen grepen ernaar.