Als ik kon verhuurde ik mijzelf aan het circus
Dan kon je mij daar als de grootste ezel zien staan
Op dikke voet, opgezwollen enkel, die kwibus
Geen steentje op zijn weg of hij liep er tegenaan
Met i-a nageroepen telkens toen ik ai riep
Wat dyslectisch voor die geleerden vol dysmelie
Die met de taalstenen er stonden te scrabbelen
Tot we weer een nieuwe spelling moesten brabbelen
Geen vreugde maar veel levensverdriet zonder muziek
Waar de clown spelen moet onbetaald voor een publiek
Welke slechts applaudisseert voor die taal zonder woord
Die alle leed en pijn in één kinderlach versmoord
Net als zij die nog vallen moeten groeten u nu
Maar van het doopsfestijn tot het galgemaal menu
Moet je steeds over stenen of over mensen gaan
Zo verbergt een domme lach soms meer dan een traan