Ah, waar ben jij gebleven.
Ik dacht even te weten waar
jij was geweest maar je lijkt
wel een omgekeerde oase
blaast zandkorrels in mijn ogen.
Ik meende even gelukkig
te zijn of tenminste geweest
maar jij, met je armen de ontwijkende
gebaren luidruchtig present
wat klopt er niet – ik want jij
bent niet gelukkig en het vreet
aan mij, niet dat maar het feit
dat ik kan zien hoe kan lezen
hoe ik niemand niet meer kennen wil,
niet jou.