In het circus des levens ben ik een clown
In de schijnwerper doe ik gek en dol
Voor het publiek een lach en een grol
Doch achter de gesminkte lach, ben ik bitter en down
Ik ben een messenwerper, gekleed in glitterzwart
Ik gooi mijn messen precies, één voor één
Ik mis nooit, doch raak er geen
Elk mes... is een dolk in mijn hart
Ik ben een leeuwentemmer, ik brul en raas
Wanneer ze brullen doe ik ze geeuwen
Voor het volk ben ik koning der leeuwen
Achter het doek, zijn zij mij de baas
Ik ben alles, maar ik ben niets
Ik heb alles, maar ik mis iets
Ik ben hard, maar eigenlijk gebroken
Ik leef publiek, maar eigenlijk verdoken.