Herfst
Het takje,
groen gebroken,
blaadjes, geel verdord.
Het mos
begint te drogen
omdat het
winter wordt.
Het ritselt
langs de bomen,
een vlaagje hier
een stootje daar,
alsof de wind
speelt met
zijn dromen.
Is het
voorbij die
tijd van zon
en samenzijn?
De ogenblikken
stilte en
het zingen
met elkaar?
Een vleugje
hoop geeft
leven aan
de matheid
van de prins.
Is zij verdwaald?
Haar afspraak
niet gehaald?
Of is zijn fee
weer vrij,
en heeft gekozen
om te dansen in
een ander bos,
op zachter mos .
Hij wacht
en koestert zacht,
gedachten die
hij had aan haar.
Verloren voor altijd,
Zo'n spijt,
omdat er niets
meer overblijft.
Zijn tranen
warmen mos
tot de zachtste
plaatsen in het bos.
WIL MELKER
13/09/2000