Het kind kijkt hem met bange ogen aan
Hij tiert, hij vloekt, stampt en slaat erbij
Op haar kleine wang glinstert een traan
Waarom is de drank belangrijker dan zij?
Ze is nog klein, maar heeft zo’n verdriet
Keer op keer ondergaat ze deze kommer en kwel
Een leven op aarde heeft ze niet
Al jarenlang leeft ze in een eenzame hel.
Hij haalt uit en zij valt op de grond
Met betraande ogen kijkt ze hem aan
Vol pijn en verdriet fluistert haar mond:
‘Papa, wat heb ik ooit misdaan?’