Als onvruchtbaar baar ik woorden
Die niet bloeien en niet rijmen
Niet klinken als de akkoorden
Die leven van het eigen bestaan
Ik val in herhaling en kuil
En klauter dieper onvoldaan
Tot ik hele zinnen huil
Verdwaal in lettergrepen van zand
Ze waaien weg en spoelen aan
Maar zelfs niet naar een kant
Zelfs niet aan een enkel strand