zoals doorheen halende brandneteltakken,
verwild elkaar doorhalen,
vergroeit in duizenden knopen...
En vol doornen wat het innerlijke door zijn gemakzucht,
in grasgroen bloed laat dwalen.
Terwijl het al hopend door rozentuinen heen doet kruipen en de onrust door de vrede laat lopen,
met de meen dat het er niet zal zijn.
diep schuilend onder een zon dat alle zorgen verstopt in z'n ochtend stralen,
zwijgend van schuld tot nog zelfs naar de laatste tel,
ookal is de leugen dan nog zo nietig of klein,
als een schaduw achterhaalt de waarheid der leugen ooit nog wel.
Zoals wilde brandnetel struiken elkaar hebben in gevlochten.
Heb jij jezelf ingewikkelt in de aller diepste leugens, zoals een gedachte al stromend in vaag vuur dat waait in de hel.
Doornen branden op jouw herinneringen hun pijn.
Ader rood en met bloed doorlopen ogen,
zoek je een uitweg
terwijl je al starend in mijn pupillen voor hulp smeekt.
Zie ik je masker.....
ik zie de schijn...
de haat dat steekt.
en het verdriet waar tegenin je vecht.
Oog in oog met jouw pijn.
en terwijl ik zie dat trillende lippen juist iets hebben gezecht.
sijpelt mijn wil weg zoals gemorst druppels drogen rode wijn,
Je had rozen op mijn spier en lijkke witte liefde neer gelegd,
maar met jouw gedachte dat mijn tranen er gewoon niet zijn..
branden de netels hun bloed met krassen wat niemand bij mij nog bedept noch hecht.
Doch sta ik oog in oog met jouw pijn.,
en terwijl mijn gedachte er tegen vecht...
Weet ook jij dat er in een leugen nimmer een uitweg zou kunnen zijn.
zoals brandnetel takken in elkaar gevlochten zit jij als verwild groen,
verwikkelt in leugens en bedekt voor de pijn... bang dat emotie's jouw iets doen,
en genagelt aan de feit dat onze momenten tot de dood bij jou zullen zijn.
draai ik me ijskoud om
zonder nog een laatste zoen.
Voel jouw pijn.
zoals ik dat deed al die tijd van toen.