Niet meer jou naam.
Ik keek om me heen,
naar de mensen..
de mensen in de kamer.
Ik keek en lachte,
ik kon weer lachen.
De mensen om wie ik geef,
en die om mij geven.
Niet mijn vrienden,
maar die van mijn broer.
Maar toch gaven ze om mij,
meer dan jij deed,
en nog steeds doet.
Ik merkte dat het stil was..
niet in de kamer,
maar in mijn hoofd.
Ik wist niet wat het was,
maar ik merkte het steeds meer op..
Ik hoorde niks meer in mijn hoofd,
alleen de stemmen in de kamer,
niks meer in mijn hoofd.
Niet meer jou stem,
niet meer jou naam.