Schoorvoetend betreed je
De trappen die je dagelijks doet
Koud voelt het aan je voeten
Iets komt je tegemoet.
Trede per trede,
Je tenen raken telkens het steen
Langs je ruggengraat gaat een rilling
En toch voel je je alleen.
Het is eenzaamheid die je overvalt
Je terug van de trappen duwt,
Moeilijk om in de ogen te kijken,
Iets waarvan je erg schuwt
Eenzaamheid is iets triest
Iets troostend tegelijk
Iets dat in je vel snijdt,
Het maakt alles wezenlijk.