En waarom draag het leven haar gezichten?
De nacht schuift zijn stiltes door.
De angst neemt toe,
tot de dag verdwijnt.
Hij leeft in zijn leugens, hij heeft
een web om zijn lichaam geweven. Zij kan
er niet doorheen. Hij heeft opgegeven.
Zij speelt met de draden terwijl hij in
het midden zwijgt, maar van binnen huilt
hij dikkere tranen, en schreeuwt zijn stem
in haar oren.
En ze horen bij elkaar, maar kunnen elkaar
niet aanbidden. De waarden zijn te groot
om aan een liefde te beginnen, hoewel
het groeit. Nog meer dan aan het eind.
Zelfs in de dood zijn hun stemmen te horen,
en leven ze in elkaars web. Zij zit er middenin.
Hij maakt een nieuw begin.