'k Wilde dromen
verweven met herfstige webdraden
beladen met de rijm
van kinderlijke verlangens,
'k Wilde het antwoord vinden
in die weelde
van losgeslagen denkbeelden
hongerig als blozende blikken
van onschuldige kinderogen,
'k Wou het anagram
van raadselachtige taferelen
steeds dieper en heviger
aan tafel en bed vastbinden,
maar helaas,
je gaf me duizend vragen
en 'k wist het antwoord
niet in rede uit te drukken.