Mijn schone Engel
Ik kan praten over haar lippen,
Hoe zacht maar stevig ze zijn,
Of dat niemand aan haar neus kan tippen,
Zo gepast, zo bekend, in rechte lijn.
Een hoofdstuk over haar ogen kan ik schrijven,
Aandoenlijk helder blauw in ongeschonden wit,
Een blik die vraagt of ik wil blijven,
Of om een kus als ze naast me zit.
De perfectie van haar huid kan ik prijzen,
Een dons die mij om streling vraagt,
Met de hare in de mijne wil ik liefde bewijzen,
Als de eeuwige kou haar hand plaagt.
Ik kan uitweiden over haar prachtig haar,
Over mijn drang het te beroeren,
En over haar schattig liefdevol gebaar,
Als ik het achter haar oren wil voeren.
Om van haar lachboogjes nog te zwijgen,
Ontstaan door urenlang vrolijk wezen,
Elke lach die ze ooit heeft op doen stijgen,
Kan mijn vinger in haar mondhoek lezen.
Maar wat haar ware schoonheid is gebleken,
Dat kan ik slechts voelen, niet zeggen met pen,
Datgene wat het bovenstaande doet verbleken,
Is het gevoel dat ze me geeft, als ik bij haar ben.
Hou van je, Eagle