Een oude man zit naast me op de bank
Zijn platte lange haren maken zijn aangezicht extra slank
Ze zijn in weken niet gewassen, samen met zijn flinke baard
Waarin nog duidelijk resten voedsel zijn bewaard
Een schamele broek en een kapotte jas
Met daaronder iets dat in vroegere tijden nog een trui was
Gaten in zijn kousen met schoenen zonder veters
Hij heeft waarschijnlijk erg genoeg niks beters
Zijn handen zijn ruw verweerd
Alsof hij de aarde handmatig heeft gekeerd
Zijn nagels lang, vuil, vies en geel
En toch doet het hem allemaal niet veel
Want ondanks de kou geeft hij geen kik
Al heeft hij duidelijk minder geluk dan jij of ik
Plots lacht de man als een kind passeert
En lijkt het alsof hij even niks geluk ontbeert
Doch bij het later worden van de tijd
Zie ik in zijn ogen blikken vol van spijt
Blikken van gemis en verdriet
Blikken die men liever niet echt ziet
De wereld trekt voorbij aan de man
Aan die man die nu niet veel meer bieden kan
De avond valt en ik sta recht
Mijn avond komt in orde, maar zijn lot is beslecht