Het regent,
Het is kil,
Het is grauw buiten.
De straten zijn leeg,
De mensen zitten binnen bij de kachel.
De kou is om te snijden.
De regen druppelt uit de hemel op ons neer,
Alles wordt nat.
Daar loopt iemand met een hond.
Een enkele uitzondering.
Overal is het stil.
Er is geen geluid te bekenen.
De lucht van natte bladeren,
Het stroomt door je neus.
Het hele dorp is,
Bedwelmt in die grauw.
Tot dat die zon er is..
En die komt gauw