Kansloos op de wijkende wereld geworpen.
Zonder enig naast nest,
bovenhandse bescherming.
Als een dode duif in een vuile olievlek.
Bezit enkel bovenmaanse bevrijding,
een groots geloof.
Als een transparante adelaar, ijl maar machtig.
Aangevallen door venijnige vijanden,
ongure gieren, hatelijke hyena's.
Eerloze lafaards stelen wat mij ontbreekt,
verwijten mij mijn ontbering,
door hen geschapen.
Durft u te raden
wie of wat ik ben?