je komt van de straat.
dan weet je hoe het gaat,
in achterstand,s wijken word niks anders gepraat.
je zoekt het geld om te kunnen eten.
maar dat is nog ander,s dan wat ook gebeurd.
een kleine man jong op de straat.
hij leerde stelen en zag geen gevaar.
hij was ook niet bang om je te beroven.
nee hij deed het helemaal alleen.
geen vrienden gewend en geen ouders om hem heen.
maar de dag gaat voorbij en hij komt ergens bij.
het is wel een club van kleine crimineelen.
dit is zijn fijt de kleinere te stelen.
blowen en hustelen was zijn doel.
en als hij moest klapen.
dan recht op je smoel.
die jonge had lef maar diep in zijn hart.
had hij de spijt en miste de ouders per nacht.
zijn dromen waren rozen en daar wou hij in blijfen.
hij wou niet meer op de straat de kleine vernijden.
of te klapen zal ze wouden of niet.
als de grote boy het zij moets hij het doen.
ander kon hij verder alleen net als toen.
maar hij werd echt steeds zieker hij wou echt niet meer.
maar geld werd groter.
dus wouden ze meer beslooten te doen.
veel te gaan nemen.
vanacht in de steeg plan te be spreken.
ze waren op tijd en haden gebruik.
ze moesten het doen onder of uit.
voor dat ze gingen dacht hij het weer.
de rozen in ze dromen.
ja ze kwamen van de heer.
hij rende voor zijn leven maar niet om te vluchten.
naar de kerk om zijn leven te nuchten.
en vraagen voor vergefenis.
we tientalen keer.
2 uutjes later ademde niet meer.
hij geloofte in rozen.
met die lekkere geur.
geen twijfel mogelijk.
daar kwam het door.
soms hoor je het nog.
de boy van de straat.
heefd het gedaan met moet om te gaan.
hij wou niet meer stelen en wat ze zouden doen.
mensen besteelen voor een miljoen poen.
de rest zit nog vast voor moord en inbraak.
de jongen van de straat is teminste vrij
jah die jongen van de straat.
was sneu op de straat is geen sprelletje.
het is de dood en verderf maar hij wist dat.
was het dan toch een teken van god.
ik weet alleen de jongen van de straat,
maar k heb er nooit over gepraat
keuses in dit leven is belangrijk hij zag het in
mis wel met hulp maar hij is die wint