Ik zie haar staan, als ik voor me uitkijk.
Een vrolijk meisje, met een brede glimlach
voor iedereen, een helpende hand.
Al kan ze die zelf ook wel eens gebruiken.
Een gelukkig meisje, met een lieve lach
voor iedereen, dé vriendin je nodig hebt.
Al kan ze die zelf ook wel eens gebruiken.
Maar tijden veranderen, het vrolijk, gelukkige meisje,
Word alleen gelaten, door iedereen voor wie ze er was.
Ze staat er alleen voor, niemand aan haar zij.
Ik zie haar staan, als ik voor me uitkijk.
Een verdrietig meisje, met een sip gezicht.
Van niemand, een helpende hand,
Die ze nu zo goed gebruiken kan.
Een ongelukkig meisje, in tranen.
En niemand, dé vriendin die ze nodig heeft.
Die ze nu goed gebruiken kan.
Nee, ze staat er alleen voor,
ze is alleen, met haar depressieve gedachtes
alles is veranderd, in een zwarte vage vlek.
-Stilte-
01-01-07
Kim.