De zon verdrijft de ochtenddauw,
een nieuwe dag breekt aan.
Ik lig hier en ik denk aan jou
en weet dat je zult gaan.
Ik kauw zachtjes op een sprietje gras,
begin wat weg te dromen.
Ik denk aan toen het beter was
en of dat ooit nog terug zal komen.
Je hebt me zoveel goeds gegeven,
in zo'n hele korte tijd.
Ik weet nu:ik moet weer leren leven,
want mijn leven was ik kwijt.
Alleen gaat het allemaal wat vlug.
Het verleden geeft nog veel verdriet.
Nu is er geen weg meer terug
en eigenlijk wil ik dat ook niet.
Het zal wel even duren,
voordat ik alles kwijt ben.
Ik hoop dat je me wilt sturen,
de goede weg ophelpen.
Op mijn wangen lopen nog vaak sporen,
sporen van t verdriet.
Niemand die het wilde horen,
niemand die het ziet.
Ik zoek een plekje om te schuilen,
wil nu af van deze pijn.
Een plekje waar ik uit kan huilen,
waar ik mezelf gewoon kan zijn.
Ik wilde dat ik uit kon leggen,
hoe dat van binnen voelt.
En dat jij tegen mij kon zeggen;
"ik begrijp nu precies wat je bedoelt"
De avond valt,dat is geen strop,
de zon gaat zinloos onder.
Morgen komt hij toch weer op
maar dan hoop ik op een wonder.