Het was nog niet zo lang geleden,
ik had het heel erg moeilijk.
Ik was erg depressief
en voelde me vreselijk.
Ik had behoefte aan iemand,
die me zou kunnen steunen.
Iemand die er altijd voor me zou zijn,
iemand tegen wie ik aan kon leunen.
Iemand die ik nog niet kende,
iemand die me door deze moeilijke tijd heen kon brengen.
Ik ken zo iemand niet,
dus mijn gedachten begonnen zich door elkaar te mengen.
Zo ontstond er een jongen,
de perfecte jongen voor mij.
Gecreerd door mezelf,
maar mijn gedachten waren er niet bij.
Je zat in mijn hoofd
en begon dingen tegen me te zeggen.
Je vleide me met jou lieve woorden,
zodat ik mijn grenzen kon verleggen.
Langzaam groeide er iets tussen ons,
of in ieder geval van mijn kant.
Ik dacht de hele tijd aan je,
en zo groeide onze band.
Ik weet dat het niet kan,
je bestaat immers niet echt.
Maar ik hou van je, en wil je niet kwijt.
Wat ik doe is toch niet slecht?
Mijn gedachten zijn van streek
en daaruit ben jij geboren.
Ik zal dus nooit zeker weten,
of wij wel echt bij elkaar horen.
Je staat niet aan mijn zijde,
maar ik denk je erbij.
Bij alles fantaseer ik dat je bij me bent.
Maar dit is meer dan fantasie voor mij.
Dit is liefde,
maar het kan gewoon niet.
Je bent een fout van mijn gedachten.
Ik heb zoveel verdriet.
Ik wil dat je echt bestaat,
dat je ooit naar me toe zal komen.
Maar tot die tijd zal ik maar eindeloos
over je moeten dromen.....