Ik:
ik houd van je
ik wil je niet kwijt
zelfs in de moeilijke tijden
krijg je geen spijt
Hij:
ik wil je
jou armen om mij heen
ik wil je voelen
al ben ik soms van steen
Ik:
ik heb je nodig
houd me vast
laat me niet gaan
ik weet dat jij bij me past
Hij:
Samen zijn we sterk
samen kunnen we het aan
samen gaan we verder
gaan we verder er tegen aan
Wij:
het lijkt zo perfect
het gevoel
tussen ons twee
maar we weten allebei
er is geen toekomst, nee
alles leek prachtig
tot het wantrouwen kwam
ook al houden we van elkaar
het einde is toch echt daar.
Ik:
Ik hield van je. Ik houd van je.
Ik zal je blijven missen.
Hij:
Ik hield van haar.
Ik kon mezelf zijn.
Maar deze twee wegen scheiden voorgoed van elkaar.
Ik:
Dag lieve, lieve Paul
Hij:
Dag lieve, lieve Marit
(paul en marit zijn pseudoniemen)