Dove…
Mijn gedachten zijn gespleten.
Het goede deel is versleten.
Goed gaat over in kwaad.
Een goede wordt een slechte daad.
Zo kan ik niet leven,
Andere geen goede momenten geven.
Altijd aan het vechten,
Tegen het slechten.
Ik waan,
Me door mijn slechte gedachtes.
En besef,
Dat het zo niet langer door kan gaan
Ik kijk naar boven,
En staar een duif aan.
Zou hij me kunnen verstaan?
Me een betere toekomst kunnen beloven?
Er vormt zich een grens,
Tussen goed en kwaad.
Dat gevoel is zo intens,
Dat het geloof ik weer goed met me gaat.
Het kwaad,
’T zit er nog.
Maar ’t wordt gescheiden,
Door een zijden draad.