Het lijkt of je hier
nooit geweest bent,
je lichaam was wel aanwezig,
maar je geest ver weg.
Over bergen, en door dalen,
langs grafzerken,
kijkend in de ogen
van mensen
die je nooit meer zien zal.
Langs een lange weg
dwaalde je geest,
verdwaalt, alleen, verloren.
Je lichaam was wel hier,
maar je geest leek te sterven.
Ver weg, over bergen,
langs rivieren.
Nu is zelfs je lichaam verloren,
je geest is ontsnapt.
Je ogen gesloten,
zie je niet meer
dat ik naast je zit.
Ik huil, ik schreeuw,
waarom ben je heen gegaan?
Je lichaam zal ik
nooit meer aanraken,
nooit zal ik meer merken,
dat je geest ver weg dwaalt,
ver weg, over bergen,
langs rivieren.