Ze was een teruggetrokken mens
En voldeed aan ieders wens
Ze probeerde een ieder te behagen
En je kon alles aan haar vragen
Als kind was ik haar lieveling
Ze noemde me altijd lief ding
Ze was nooit ontstemd
En was zoet gestemd
Ja, ze kon zoet zingen
Je kon er gewoon op swingen
Ze zong altijd voor ik ging slapen
Ze zong al voordat ik begon te gapen
Als ik ziek werd kon ze spreuken lezen
En ik was dan zo genezen
Ik zei tegen een ieder die ik bemin,
Oma is een zeemeermin
Ik mocht het niet meer vertellen moest ik beloven
Niemand zou me toch geloven
Op een dag was oma verdwenen
Men zei; ze nam de benen
Maar na een maand stond ze weer daar
En stond weer voor iedereen klaar
Ze moest het toen aan het volk uitleggen
Ze was in de zee, naar haar zeggen
Ze is dement geworden,
Waren ieders woorden
Maar niemand kon verklaren
Hoe ze het zonder eten kon klaren
Niemand geloofde haar
Maar het is echt waar
Want ik vond zeewier in haar haar