Zo lang gezocht, zo ver gezocht,
tot aan het einde van de wereld.
Door steden, en woestijnen,
door dalen, over bergen,
in begraafplaatsen,
op snelwegen,
nergens was jij te bekennen.
Op het strand zag ik je liggen,
mijn hart werd vervuld
met een lach.
Ik voelde me gelukkig en blij,
jij was terug.
Ik rende naar je toe,
was zo gelukkig.
Het water stroomde over je lichaam,
koud en levenloos.
Je ogen gesloten,
je hand op je gebroken hart.
Beloof me,
nu je daar boven bent,
nooit meer bij de zee gaat staan
kijkend naar de zonsondergang!