De Kus.
Als ik jou zie,
Begint alles in mij te zweven.
Mijn hart slaat op hol,
M’n handen beven.
De vlinders,
Ze dansen in het rond,
Langzaam vinden m’n lippen,
Jou mond.
De seconden die volgen,
Zijn niet te beschrijven,
Kon dit moment,
Maar voor eeuwig blijven.
Het is een sprookje,
Lijkt gewoon niet waar te zijn,
Maar deze momenten,
Zijn zo ontzettend fijn.
Dan is het afgelopen,
Ik verlang naar meer.
En dan,
Voel ik jou lippen, nog een keer.
Het houdt niet op,
Ik zweef,
Elke keer, als ik dit moment beleef.
Dan weer,
Met m’n voeten op de grond.
Net zo lang,
Tot mijn mond, weer de jouwe vond.