Piep zei de muis,
Die zich had verstopt,
Weggedoken voor al die herrie
Komende van jou.
Ezel!
Was hoe je me noemde.
Toen ik morste op je jurk.
Totaal geschokt was ik toen!
Hoe durfde je me te beschuldigen,
van iets, veroorzaakt door jou,
door jou en je eigen onhandigheid!
Eerst keken we elkaar aan Als 2 roofdieren
Klaar om op elkaars keel af te vliegen
Toen – een fractie van een seconde duurde het –
werd onze woedevlam gedoofd.
Raar was echter,
Dat dit gebeurde door een andere vlam.
De vlam in ons beider harten,
Degene die onze liefde brandende houdt!
[[[Elke alinea begint met een letter van mijn naam, PETER (dit was een schoolopdracht]]]