Buiten raast de wind om het huis heen.
Ik sluit even mijn ogen
en neem het geluid in me op.
Het klinkt bijna als...
wanhopig gehuil;
verward en verdrietig.
Ik open mijn ogen weer
en staar koppig naar mijn computerscherm
en het open boek op mijn bureau.
Ik móét verder werken.
Maar het heeft geen zin meer.
Mijn concentratie is weg.
Ik voel me ontzettend moe en leeg.
Mijn gedachten dwalen steeds weer af
naar het geluid van de wind
en van de regen op mijn raam.
Ik kijk even opzij, naar buiten.
Ik zucht.
Grijs.
Nat.
Alweer.
Mijn blik volgt de regendruppeltjes
die langs mijn raam naar beneden glijden.
Het werkt bijna...hypnotiserend.
Maar ik wordt er alleen maar
nog somberder van
dan ik al was.
De wind steekt opnieuw op.
Ik sluit opnieuw mijn ogen.
Ik zit buiten
in de regen,
onder een grote, kale boom.
De takken zwiepen heen en weer.
Ik raak helemaal doorweekt en ik ril.
Mijn kleren zijn donker en oud.
Versleten.
Gescheurd.
Het gaat nog harder waaien
en het geluid geeft weer
hoe ik me voel.
Wanhopig.
Verward.
Verdrietig.
Tranen lopen over mijn wangen
en ik huil met de wind mee...
Ik open mijn ogen
en ik zit opnieuw achter mijn bureau.
De tranen lopen van mijn gezicht naar beneden
en vallen op mijn boek.
Het blad kreukt en de inkt loopt wat uit.
Ik veeg de tranen weg,
haal diep adem
en beheers mezelf.
Maar het gevoel blijft.
De tranen kan ik wel verdringen,
maar niet dat knagende,
eenzame gevoel.
Ik voel me verward,
ik weet niet meer wat ik wil.
Ik wil alles en toch ook niets.
Ik wil liefde, genegenheid.
Iemand die me troost,
me het gevoel geeft dat ik mooi ben.
Speciaal.
Maar ik wil niet met iemand rekening hoeven te houden,
ik wil geen wantrouwen,
geen jaloezie,
geen ruzies.
Ik hoef niet nóg maar eens iemand
die me probeert te vertellen
hoe ik mijn leven moet leiden.
Ik bepaal zelf wel
wat ik doe, zeg of denk.
Ik weet niet wat ik wil,
maar één ding is zeker:
dÃt wil ik niet langer...