Je nam me in je armen.
Je kuste me zo zoet.
Dat deed mijn hart verwarmen.
Dat deed mij goed.
Is het echt uit met haar vraag ik me af.
Omdat je alleen zou moeten wonen.
In een groot huis.
Dat je in een gesprek te kennen gaf.
Ik hoorde over je vriendin, zij heeft alleen een huis gekocht.
Waar jij niet in wonen mocht?
Houdt zij wel van jou?
Sorrie maar wat is dit voor een relatie nou.
Wij stonden buiten in de frisse lucht.
Jij was lekker bij mij.
Zij in een vol rokershok, met een zucht.
Zij zeiden niets, wij voelden ons vrij.
Je flirte waar zij bij was.
Haar gedrag kon je niets schelen.
Je keek naar mij.
Zij was je gaan vervelen.
Week 2: 8 t/m 12 januari 2007
19-01-07