Toen je me vroeg, had ik je daar in de kou moeten laten staan.
Want kijk wat je me hebt aangedaan.
Maar ik kon het niet over mijn hart krijgen om jou daar alleen te laten staan.
Want jou lieve gezicht keek me smekend aan.
Je zei; ik zal altijd van je houden.
Ik dacht echt dat we een relatie opbouwden.
Als we samen waren liepen we met blote voeten door het zand.
Ik zal nooit vergeten hoe we liepen zo samen ;hand in hand;
De gedachte dar je daar nu loopt met iemand anders doet me pijn.
Die gedachte alleen al, dat is minstens een reden waarom ik er niet meer wil zijn.
Dan de tweede reden waarom ik niet meer wil zijn, is misschien moeilijk te begrijpen.
Maar de gedachte dat je me bedrogen hebt, is moeilijk uit mijn hoofd te drijven.
2 redenen is genoeg om dood te gaan.
nu ben ik levenloos, omdat jij me niet meer zeg staan.