Ik leg mij neer in de nacht,
in de armen van mijn geliefde
en al is hij geen hem of haar,
ik spreek hem niet aan als het.
Ik voel hem om me heen, zelfs in mij.
Hij weet me te vervoeren tot aan de
exploserende blauwe sterren
en zijn hoge bromstem brengt ijle tonen voort
die mij de toekomst met hem laten zien.
Als ik bij hem blijf.
Hij voelt goed, en ik laat hem
mij in het nachtduister leiden.
Ik laat hem ons tot
een nietsontzienende climax leiden.
Want ik ben van hem,
en hij is van mij,
en in hem kan ik een vredige rust leven.