Weggesleurd als niets voorstellend,
naar dingen waar ik me liever voor verschool.
Liever in een hoekje,
met een boekje vol dingen waar ik liever in keek,
dan in het openbaar waar ik bezeek waar alles vermorzeld leek.
Ik kon me niet langer meer voordoen,
als iemand die blij was,behalve onder vrienden.
Eens thuis,had ik bang,was er angst,en voelde ik pijn,
voor hoe het straks wéér een keer zou zijn.
Ongetwijfeld weer een woordwisseling die uitdraaide tot angst en paniek,
algauw werd ik weer ziek ...
van het leven.
Wanhopig,huilend,hopeloos,
heb ik m'n hoofd zachtjes neergelegd bij de feiten en op een plekje
dat me wel was gegeven,
wachtend op de morgend waarin ik weer zal moeten leven...