er is een glazen deur,
die me weerhoud te leven,
die glazen deur,
weehoud me lievde te geven,
en is een kant met zon,
ik wouw dat ik daarheen kon,
maar ik zit vast aan deze kant,
waarin ben ik beland,
iedere dag weer regen,
ik kan er niet meer tegen,
ik schreeuw het uit,
totdat ik besluit,
dat als dit is waar ik voor leef,
is dit waar ik naar uitstreef,
dat ik er nee ophoud,
het is misschien fout,
maar ik ben op,
ik maak zo mijn eigen strop,
mijn licht gat uit,
en terwijl ik langzaam mijn ogen sluit,
voel ik dat het licht lanzaam naar me toekomt,
terwijl er voor mij een nieuw leven word gevormd,
neem ik afscheid van het oude,
vertrouwde,
leven dat ik heb geleid,
ik word naar een lange tunnel begleid,
en nog 1 laatste blik,
en weg ben ik.