Tranen scheuren me kapot.
De pijn, de kwelling.
Het stapelt zich op in mijn stilte.
De tijd dat ik constant zwijg.
De walging over mijzelf.
Iets dat niemand weet.
Ik was niet sterk genoeg
Maar ik had harder kunnen schreeuwen.
De schaamte tot diep in mij
Angst dat mijn geest overneemt
Onzekerheid over mensen
Twijfels over hun vertrouwen.
Tranen scheuren mij kapot
Dieper dan een mes kan gaan.
Zwijgend zal ik leven
Zwijgend zal ik sterven.