Langs zoute wegen
proeft zij verdriet
en steekt schuld
in open gelegde wonden
als kraters zo diep
Woorden bespuwen
de waarheid van toen
Een dikke laag as
bedekt haar en wat rest
zijn dromen over wat was:
Ze danste zachtjes naakt
in de regen, toen
Maar ik spuwde de
woorden over haar uit
Zij verzwaren vederlichte
schreden en beantwoorden
onbekende vragen met
enkel een giftige damp
Onschuld wordt verstikt
tot zij niet langer ademt
Steeds meer stenen vallen
langs wegen nu dor en
droog ik raap ze op
en bouw voor haar een
onomkeerbaar verleden