Af en toe,
Denk ik wat een gedoe.
Maar als ik dan denk,
Voor wat ik het schenk.
Maakt het mij niet meer uit,
Dan hoor ik het lieve geluid.
Het geluid van wij twee samen,
Het geluid van ons schamen.
Ik schaam me dan voor mezelf,
Maar hij ook voor zichzelf.
Dus wij zaten daar maar,
En keken naar elkaar.
Hij glimlachte,
Net alsof hij wachtte.
Maar wachtte op waarop?
Toen dacht ik aan die envelop.
Waarin omschreven stond,
Deze avond.
Verder had ik niet gekeken,
Maar hij begon te spreken.
Hij zei dat die brief,
Dat die was het motief.
Dat hij van mij houd,
En mij echt vertrouwd...