Het einde van de gang kwam dichterbij
dan ik wilde.
Het kamernummer (112) al een akelige stilte verradend,
èèn die in een niet te stoppen tempo aan kwam denderen.
Schoven we met veel te veel lawaai,
waar jij je toch al niet meer aan stoorde,
onze stoelen rond jouw bed.
Vouwden we allen onze handen ineen,
om te bidden zoals jij het niet meer kon.
En terwijl de priester een kaars aanstak
en zijn woorden over jou heensprak
vroeg ik me alleen maar af, hoeveel mensen er al stierven
bij het branden van die kaars.
En of jij er een van zou worden.
De vliegenmepper lag er in de vensterbank
geen vlieg die ooit nog door jou gemept zou worden.
Je voeten al ijzig koud onder de dekens,
met pantoffels die je nooit meer dragen zou
verlaten onder het bed.
Denken aan alle kopjes warme chocolade melk
die je voor ons hebt gemaakt,
gaf ik je bij gebrek aan zinnige woorden
een afscheidskus op je voorhoofd.
Je antwoorde met een diepe zucht.
De priester blaast zijn kaars uit.
Half 6, als het lijkt of de zon langzaam op begint te komen.
Jij je laatste adem.
Ik dank je....
Riek Gertsen-Lammers
*23-12-1927 +18-10-2006
Melis.