Duingebied
we dwaalden wat door hier
en daar, lachten en genoten
van zonsondergang bij wit helmgras
zuivere zeelucht, wiegende twijgen
op de zachte melodie van de wind, roodgloeiend
en aanstootgevend grootladdermos.
zelfs de blaadjes onder onze voeten
vertrapt en verrot, knisperden voldaan
in hun bijdrage aan deze glorie en
alles wat je lief was, werd opeens nóg liever
en vervulde je met een innig gevoel-
Geluk.
over deze kale vlakte, gevuld
met het lichaam der Moeder Natuur,
klonk stilletjes het bonken van een
willekeurig hart en een beginnend monotoon:
schokkende schouders, vallende tranen
barstten uit in lijdend gesnik, en niemand
hoefde lang te denken; Lisa.
precies één jaar geleden en, zoals we allemaal weten:
tijd gaat hard-
Moederliefs lijkkist maakte een einde aan alle
zieke en pijnlijke maanden vooraf, maar nam
tevens jouw gedachten mee in het graf.
aardedonker om je heen, daar lag je
in dat zwarte gat. Je kale moeder staarde je aan
met holle, kille ogen; als van een dooie,
jij verkrampte met gesloten ogen-
en bleef liggen.
en waar je vroeger verder liep
stiekem buiten paden tredend, aan de hand
van de vrouw waarmee je liedjes zong, tikkertje speelde
en pappa schrikken liet
blijf je nu staan, verward door overvallende herinneringen
verzonken in een diep verdriet, en daarmee ieder in het zijne
en jouw onbewust gefluister verdween snel in de wind maar
reisde mee tot onze oren:
‘Ik hou van je, mam. Ik hou van je…’