We speuren om ons heen,
maar tasten rond als blinden.
Waar kunnen we u vinden?
We voelen ons alleen.
We kijken in het rond.
Het zand in onze ogen
heeft ons misschien bedrogen
op zoek naar vaste grond.
De wereld is zo groot.
We kijken vaak maar even.
En achter al het leven
zien we alleen de dood.
We zien de buitenkant.
We zien de zon wel schijnen,
maar ook het licht verdwijnen
in menig wolkenrand.
We zoeken naar uw licht:
naar grote zegeningen.
Maar juist de kleine dingen
belichten uw gezicht.