Hoe lang heb ik moeten wachten
op deze storm, razend?
Zo overweldigend op deze
overweldigende vorm van zee.
Het water zo moeilijk tegen te houden,
met golven die breken,
ver boven mijn hoofd.
Als ik jou zou kunnen zien,
zou alles in orde zijn.
Als ik je kon zien,
zou alle storm veranderen
in schijnend, helder licht.
Ik zou op water kunnen lopen,
en jij zou me opvangen
als ik van een hoge golf afval.
Ik zal in je ogen verdrinken.
Jij hebt me hier niet heen gevlogen
om me te laten verdrinken,
dus waarom ik onder water
en ondersteboven.
Nog maar net leven is
mijn eerste levensbehoefte geworden.
Ik ben gewent de oppervlakte te raken.
Nu ben ik 'm kwijt, verdronk.
Als de storm niet zo razen zou,
waaien m'n dichten niet weg,
uit het losgeslagen raam.
Als de storm niet zo razen zou,
zou jij niet weggevlogen zijn,
opzoek naar de warmte
van de alleen gelaten zon.