Gedreven nachten
gewaarwordt mijn
hart nimmer, Noch
innemend teder,
En zelfs begeerte
niet baten mocht
Welwillend zwijg
en wacht ik hier,
Totdat ik minzaam
bevonden word,
Geen haastigheid
naar de behoefte
Bezieling verheven
naar volmaakt
smachten, Mijn
liefdestranen spoelen
het verlangen weg,
En met hen de dagen
×××