Grenzeloze Lach.
Gister belde een vriendin
zij verdrietig, ik verdrietig,
wij beiden in een crisissfeer.
Maar toen ik weet niet
hoe het kwam,
het was opeens,
van wham:
We lagen dubbel,
van het lachen,
en dat ging wel
keer op keer.
Natuurlijk allemaal gekke onzin,
maar zo zinvol ook wel weer,
Tranen liepen over de wangen,
Onze kaken deden zeer,
We bleven er zowaar in hangen,
Het ruimde wel op al die tranen,
tranen van grenzeloze lach,
Het klaarde, om een weg te banen,
Die tranen toch, ja ach, ach, ach.
Aan 't eind snoot ik zelfs m'n neus.