Lieve opa waarom moest jij nou gaan
ik was toch jou alles, aardbei, appel en banaan
Ik was altijd jou stuk fruit
bij jou kwam altijd al mijn vedriet eruit
Waarom je zei dat ik een aardbei was heb ik nooit gesnapt
ik begreep het pas toen jij met het leven was gekapt
Je noemde me zo want ik was altijd rood en heel lief
jij noemde mij zo en ik noemde jou een dief
Niemand snapte dat behalve wij allebei
want jij stal dat hart van mij
Tot je in het ziekenhuis lag waren wij bij altijd elkaar
want toen durfde ik niet meer maar oma zei: Ga nou maar
Iedereen wist de avond zou je niet halen
dat was het enige waar ik die dag van kon balen
Mijn allerliefste opa ging veel te vroeg
toen ik dat tegen je zei vroeg je nog waar dat opsloeg
Ik had je hand vast toen je weg ging
Ik hou van je was het laatste wat je van mij nog opving
Ik moest je beloven niet te gaan huilen
maar moet ik me dan maar voor altijd gaan verschuilen
Want altijd zal zal ik vedriet hebben om mijn dief
mijn opa was voor mij altijd zo lief
Ik was de jongste kleindochter, de liefste schat
maar nu kom je nooit meer terug, ik weet dat