Ik zoek de stukken uit m'n hart
en zwerf eenzaam door de straten
Ik zoek herinneringen op
uit onze gloriedagen
Ik zoek verloren vlinders uit hun ritme
en dool verlaten in de nacht
Ik hoop je ooit nog ergens te vinden
waar je misschien nog op me wacht
Regendruppels plenzen
genadeloos op me neer...
De godvervloekte regenhemel
spoelt m'n somber denken weg
Onzeker kijk ik achterom
misschien ben je al onderweg
Maar de straten blijven leeg en koud
je bent voorgoed verdwenen
Mijn innige wens op ons verhoopte weerzien
verlies ik op deze kasseiïge stenen
Nu sta ik hier ontsteld
met machteloosheid bevangen
De natte duisternis
houd me in zijn greep gevangen