Bang voor alle bewegingen,
golven van angst slaan toe.
Staan kan hier niet langer,
ik zit onrustig op het zacht tapijt,
wachtend op wat komen gaat
en kijkend naar het water.
De zee, die stroomt vol tranen
die gehuild zijn op ’t dek.
Kreeften van hun bord gekropen
en bestek vliegt in het rond.
Want daar op de zeven zeeën
gaat het ons niet voor de wind.