Als zij haar gevoelens schrijft,
jij er zo nodig de spot mee drijft,
woorden, zinnen, die te onpas worden gebruikt
waarmee gelachen word, terwijl ik huil.
Jij loopt ermee te pronken,
vertelt aan ieder hoe zij loopt te lonken,
zonder benul of besef
hoezeer je haar daar kwetst.
Sta ik naar de zee te kijken
wat ik voel, neer te schrijven,
later in beeld gebracht,
horen hoe men daar om lacht.
Zakkend in de grond van schaamte,
dat durft zij te beamen,
verlang dan niet van haar,
dat zij haar gevoelens kenbaar maakt.
Ga jij soms in een parenclub vrijen
waar camera’s op jou staan te schijnen,
zodat je aan iedereen kan tonen
ben ik geen man met kloten.
Haar gevoelens zijn geen lusten,
het is liefde waarop zij berusten,
iets tussen twee personen
al weet zij, het is verboden.
Het is jouw feest, zij zal het niet bederven,
voor haar is het een onbekende (de gebeurtenis).
Is het een vervolg, een einde of begin,
zeker is: het is een herinnering.